De verdraagzaamheid waarvan men zegt dat dit een Nederlandse eigenschap is, heeft 1 paradox:
Met stelt zich harder op tegen onverdraagzaamheid.
Bijv. de actuele openlijke of tersluikse onverdraagzaamheid van islamovertuiging tegen "ongelovigen".
We proberen onze verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden te bewaren door geen ruimte te laten aan de onverdraagzaamheid.
We zijn onverdraagzaam tegen het onverdraagzame, het aantasten van de verdraagzaamheid als houding.
Dat is de paradox.
Evenwel past in dit vreemde gebeuren zeer zuiver
D'barim /Spreuken 25:5
"ALS DE KONING ZICH ONTDOET VAN GODDELOZEN, SCHRAAGT GERECHTIGHEID ZIJN TROON".
[Wie bepaalt wat en wie goddeloos is?]
Zo stond het (niet in grote letter) in een krantje van CVI van januari '10. Een wijze man zonder vrees voor discriminatie had die spreuk in de mond genomen.
Dat betrof dan het voorkomen van een neonazi als lijfwacht-in-opleiding voor de Deense koningin.
Moet men werkcapaciteit en levensovertuiging los zien van elkaar? Ik denk dat zoiets een ernstig probleem schept.
Je bent ook niet helemaal datte als je sex en trouw aan elkaar apart stelt. Het is beide veel mooier als het bij elkaar past.
Het is heel gek maar ik denk bij zoiets makke aan de ouders van een jeugdvriendinnetje die als één 'man' en met stralende, glunderende gezichten iedereen groetend, stevig gearmd zwalkend wandelden, de hele stad Breda rond en door. Je kon ze echt overal tegenkomen, steeds gearmd en alsof ze lang geschaatst hadden en het nog in de benen zat.
Ik zou er niet van opgekeken hebben als ik ze midden in de nacht nog zo zag lopen, perfect in de pas met grote stappen, in de maneschijn.
Ze waren niet zo dol op de regen hoewel ik ze ook dan soms zag wandelen. Net 1 wezen met 4 benen.
Zij en hij. Zij was iets groter. Je kon je afvragen of zij hem soms optilde. Zo zwaar zag hij er bepaald niet uit.
Heel ver-draag-zaam.